PO-Raad: doorstroomtoets leidt tot verschillen
03-07-2025
Leerlingen hebben schooljaar 2024/2025 voor de tweede keer de doorstroomtoets gemaakt op de basisschool. Maar deze toets, die bedoeld is om de kansengelijkheid te bevorderen, leidt juist tot grote verschillen tussen leerlingen en scholen, omdat leerkrachten de uitslag van de doorstroomtoets achteraf mogen bijstellen. Uit een analyse van de PO-Raad komt naar voren dat dat bijstellen vaker gebeurt in kansrijke dorpen en steden. Het zijn plaatsen waar meer welvarende gezinnen wonen die bovendien taalvaardig zijn en waar genoeg hulp, kennis en geld is om kinderen te ondersteunen, zoals Bloemendaal en Naarden. Ook blijkt dat scholen niet altijd hetzelfde schooladvies geven op basis van de toetsresultaten. De doorstroomtoets werd vorig jaar ingevoerd, voorheen was er een centrale eindtoets. De doorstroomtoets maakte het voor leerkrachten verplicht om ‘kansrijk’ te adviseren: maakt de leerling de doorstroomtoets beter dan verwacht, dan wordt het advies voor de middelbare school naar boven bijgesteld. Freddy Weima, voorzitter PO-Raad, vindt dat de analyse nogmaals laat zien waarom het onwenselijk is dat de doorstroomtoets wordt gebruikt voor meerdere functies: het geven van een advies aan leerlingen én het beoordelen van scholen. ‘We moeten daarom de rol van toetsing in ons onderwijs herzien.’ De PO-Raad roept de politiek op om niet te wachten op het nieuwe kabinet voor het aanpakken van de problemen met de doorstroomtoets. Weima: ‘De Tweede Kamer nam al moties aan over onderzoek naar één doorstroomtoets en de dubbele functies van de doorstroomtoets, maar in de tussentijd blijven we op deze manier wel met kinderen experimenteren. Dat is onacceptabel.’ Demissionair staatssecretaris Mariëlle Paul (funderend onderwijs) en het College voor Toetsen en Examens (CvTE) erkennen ondertussen in een Kamerbrief dat verschillende doorstroomtoetsen ‘per definitie verschillen met zich meebrengen’. Er wordt daarom onderzoek gedaan naar ‘hoe deze ontstaan, of ze allemaal in beeld zijn en in welke mate ze elkaar beïnvloeden’. Dit onderzoek zal ‘de basis vormen om te bepalen hoe groot de bandbreedte voor verschillen tussen toetsen mag zijn’.