USN Skip to Content USN Skip to Footer

PO-Raad: Veelgestelde vragen over accreditatie bestuurders

20-03-2025

De PO-Raad heeft een artikel geschreven met veelgestelde vragen en antwoorden over de accreditatie van bestuurders. Deze vragen kunnen ook relevant zijn voor jou als toezichthouder. 

Wil je meer weten over accreditatie en de rol van de toezichthouder? Lees dan deze handreiking.

1. Hoe kan ik in contact komen met een ervaringsdeskundige om informatie over accreditatie uit te wisselen?

Neem contact op met de PO-Raad via dagelijksbestuur@poraad.nl en wij brengen je in contact met een bestuurder die het accreditatieproces in de pilots of tijdens de overbruggingsvariant heeft doorlopen.

2. Wat is het verschil tussen accreditatie en visitatie?

  • Accreditatie gaat over de bestuurder en visitatie over het samenspel in de bestuurlijke organisatie.
  • Het beroepsprofiel geldt als basis voor accreditatie. De hulpvraag en de Code Goed Bestuur gelden als basis voor de visitatie.
  • Visitatie gaat over het samenspel in de bestuurlijke organisatie, waarbij ontwikkelmogelijkheden worden aangereikt voor de organisatie. Bij accreditatie worden ontwikkelkansen voor de bestuurder in beeld gebracht.
  • We verbinden accreditatie en visitatie met elkaar, de bestuurlijke visitatie kan gebruikt worden als contextanalyse bij de accreditatie.

3. Hoe verhoudt accreditatie zich tot het toezicht van de inspectie?

Accreditatie richt zich proactief op het handelen van de bestuurder op basis van het door de sector geformuleerde beroepsprofiel. De accreditatie is ontwikkelingsgericht. Het toezicht van de inspectie richt zich reactief op minimale, wettelijke eisen en geeft een beoordeling.

4. Hoe verhoudt accreditatie zich tot de rol van de Raad van Toezicht (RvT)?

  • De RvT is werkgever van de bestuurder.
  • Het beroepsprofiel kan door de RvT als leidraad gebruikt worden, maar is geen beoordelingskader.
  • De RvT heeft contextspecifieke verwachtingen en beoordeelt naar aanleiding van deze verwachtingen.
  • Accreditatie gaat niet over beoordelen en is ontwikkelingsgericht.
  • De uitkomst van accreditatie hoeft geen onderdeel te zijn van het renumeratiegesprek.

5. Waarom wordt voorgesteld om accreditatie als verplichtende bepaling op te nemen in de herziening van de Code Goed Bestuur?

  • De sector neemt de professionaliteit van bestuurders serieus en ziet accreditatie als middel om de kwaliteit van besturen en die van het onderwijs te verbeteren.
  • Door het opnemen als verplichtende bepaling laten we zien dat we onszelf serieus nemen en aantoonbaar verantwoordelijkheid dragen voor onze professionalisering.
  • Om maximaal impact te hebben, willen we dat alle bestuurders geaccrediteerd zijn: de daad wordt bij het woord gevoegd in de herziening van de Code Goed Bestuur.

6. Wat is de status van het accreditatieproces?

  • De start van de accreditatie is voorzien in 2026, om de continuïteit te waarborgen is een overbruggingsvariant ingericht. Deze is gestart op 1 januari 2025. Aanmelden kan nog. Er zijn op dit moment ongeveer veertig deelnemers aangemeld. Zij worden in 2025 geaccrediteerd.
  • Wanneer het aantal accreditaties groeit, moeten we nieuwe auditoren werven. Bij een positief besluit van de ALV wordt vanaf maart 2025 gestart met de werving.
  • Na een positief besluit door ALV zetten we de aanbesteding uit, voor de samenwerking van de op te richten stichting met de hostorganisatie.
  • De hostorganisatie wordt op korte termijn ondersteund door PE-online, waardoor de feedbackvragenlijsten online uitgezet kunnen worden. Dit scheelt aanzienlijk in de belasting van bestuurders.

7. Waarom moet een lening verstrekt worden aan de accreditatieorganisatie?

  • De stichting moet ondersteuning van een hostorganisatie inkopen en beschikt in de oprichtingsfase zelf niet over liquide middelen.
  • De stichting gaat financiële verplichtingen aan met de hostorganisatie, de auditoren en de accreditatiecommissie.
  • De stichting moet zich zowel kwalitatief als kwantitatief ontwikkelen om 180 accreditaties per jaar uit te kunnen voeren.

8. Ik ben een éénpitter en moet ook punten behalen voor het schoolleidersregister. Dit vraagt een grote tijdsinvestering. Kan er een koppeling gemaakt worden tussen het schoolleidersregister en de accreditatie?

Bij het schoolleidersregister is een aanvraag ingediend voor vrijstelling wanneer directeur-bestuurders in het funderend onderwijs geaccrediteerd zijn.

9. Hoe zorgen we ervoor dat accreditatie voor deelnemers van kleine organisaties betaalbaar blijft?

Voor de eerste vijf jaar (vanaf 2026) wordt gewerkt met een deelnemersbijdrage van €5.000 exclusief btw. De gedachte hierachter is dat alle bestuurders tegen hetzelfde tarief voor de eerste keer moeten kunnen deelnemen aan accreditatie. De accreditatieorganisatie heeft niet tot doel om winst te behalen met de uitvoering van accreditatie; na vijf jaar wordt de deelnemersbijdrage indien nodig herzien om onnodige reserves te voorkomen.

10. Hoe lang is accreditatie geldig?

Accreditatie is vijf jaar geldig. Het is mogelijk dat accreditatie voor een kortere periode wordt afgegeven, wanneer daar aanleiding voor is.

11. Hoe zit het als ik overstap van organisatie?

Een bestuurder die overstapt van organisatie hoeft niet opnieuw geaccrediteerd te worden, zolang deze nog geldig is. Wanneer de bestuurder behoefte heeft om zich binnen vijf jaar opnieuw te accrediteren dan mag dit uiteraard wel.

12. Hoe voorkomen we dat externe aanbieders scholing organiseren naar aanleiding van de accreditatie en het beroepsprofiel?

De PO-Raad biedt in de PO-academie scholing aan. Wanneer er behoefte is aan scholing zijn bestuurders en organisaties ook vrij dit aan te geven bij de PO-Raad. Daarnaast kunnen bestuurders zelf keuzes maken voor scholing. De PO-Raad werkt nadrukkelijk niet mee aan het creëren van syllabi en scholingsmateriaal door derden.

13. Hoe voorkomen we dat er vanuit de politiek eisen worden toegevoegd, omdat zij vinden dat de accreditatie een vorm van “slager keurt het eigen vlees” is?

We kunnen dit nooit helemaal voorkomen, maar duidelijk is dat de staatssecretaris positief staat ten opzichte van de opgezette systematiek. Daarmee zal het aantal eisen dat vanuit de politiek aan bestuurders gesteld wordt naar verwachting minder zijn dan wanneer de sector niet zelfstandig tot een accreditatiesystematiek zou zijn gekomen.